
Er zat niet lang tussen mijn inschrijving in de Kamer van Koophandel en het eerste spamtelefoontje wat ik kreeg. Het was een paar jaar terug, ik zat in de auto, er stond een cd van David Bowie op, en ik nam per ongeluk op terwijl ik aan het meezingen was met Heroes.
‘Hallo? Hallooo?,’ hoorde ik een vrouw aan de andere kant van de telefoon lichtelijk geïrriteerd vragen.
Ik kan me niet meer herinneren hoe ze heette of voor welk bedrijf ze werkte, of dat ze dat überhaupt wel zei. Ze vroeg of het klopte dat ik net begonnen was met mijn bedrijf. ‘Ja,’ zei ik braaf. Dat kwam goed uit, want daar kon ze mij bij helpen. Omdat het nog geen 24 uur geleden was dat ik de KvK uitliep kon ik niet echt zeggen dat ik wist wat ik aan het doen was, en ik veerde op bij het idee dat een echte volwassene nu aanbood om me te helpen.
‘Ik neem aan dat u ook een website heeft?’ vroeg ze.
‘Nou ja,’ begon ik schuldbewust, ‘Ik heb alleen nog maar een domeinnaam.’
Ik verwachtte half dat ik terecht gewezen zou worden, maar in plaats daarvan begon ze me te complimenteren – wat goed dat ik al zo voorbereid was, en wat een geluk dat we elkaar juist nu spraken. Had ik er al over nagedacht hoe mijn aanstaande website met behulp van zoekmachineoptimalisatie zo hoog mogelijk in de Google ranking terecht zou komen? Koortsachtig probeerde mijn brein te ontcijferen wat ze zojuist had gezegd, maar ik kwam er niet uit, en de vrouw maakte van dit moment van stilte gebruik om een vlammend betoog te starten over een fantástische aanbieding die ze voor me had, die ik als beginnende ondernemer niet af kón slaan.
‘Ehm, oké?’ zei ik.
Er klonk een mechanische klik, en voor ik kon analyseren wat ik gedaan had werd ik doorverbonden met een andere vrouw, die ontzettend blij was dat ik op de fantástische aanbieding was ingegaan. Als ik mijn betaalgegevens doorgaf kon ze de €350,- afschrijven en de zoekmachineoptimalisatie starten.
Achteraf is het me onduidelijk waarom ik niet op het idee kwam om gewoon op te hangen. In plaats daarvan begon ik te hakkelen en te stotteren, en wist uiteindelijk met veel pijn en moeite in soort van Nederlands uit te stoten dat toen ik ‘Ehm, oké’ zei dat meer uit beleefdheid was dan uit oprechte instemming. Ze snauwde iets onaardigs en dat ik een fantástische aanbieding aan me voorbij liet gaan, en verbrak de verbinding.
Een paar jaar en heel veel spamtelefoontjes later was ik net wat somber de gevolgen van de intelligente lockdown voor m’n bedrijf aan het overpeinzen toen ik gebeld werd. Een joviale man hoopte dat ik een heel mooie dag had, maar dat hij zeker wist dat hij mijn dag nóg mooier kon maken omdat hij een once-in-a-lifetime deal voor me had. Als ik nú overstapte naar zijn energieleverancier, dan –
‘Nee, dank u wel,’ onderbrak ik hem, en ik wilde al ophangen toen de man besloot al zijn jovialiteit overboord te gooien.
‘Nou mevrouw, dat is wel heel snel – ik kan ook gewoon uw gas en licht afsluiten, hoor!’
Hard lachend hing ik op.