
Mijn trouwe koptelefoon had er genoeg van en besloot in hoofdgroepen uiteen te vallen, en dus stond ik later die dag aan de klantenservicebalie in de hoop op wederopstanding.
Terwijl ik geduldig afwachtte tot iemand een professionele blik op mijn stukjes koptelefoon wilde werpen, liep een beveiliger langs, met één vinger op zijn oor gedrukt.
‘Nou, ik hoor je luid en duidelijk hoor, over!’ zei hij, zichtbaar opgetogen over dit vroeg behaalde succes.
‘Dat komt, Sjaak,’ hoorde ik een andere man vlakbij geïrriteerd antwoorden, ‘Omdat ik pak ‘m beet twee meter van je vandaan sta.’
Ik keek om, en zag inderdaad niet ver verwijderd zijn collega-bewaker. Met zijn armen over elkaar stond hij Sjaak met lichte wanhoop te bekijken.
‘Oh.’
Sjaak was duidelijk uit het veld geslagen. Het leek nog wel zo goed te gaan. Ongemakkelijk keek hij om zich heen en gebaarde uiteindelijk vaag in de verte.
‘Zal ik anders even bij de dvd’s gaan staan?’
‘Lijkt me een fantastisch plan.’
Ondertussen arriveerde de eerste hulp van mijn koptelefoon. Voorzichtig werd er in de losse onderdelen geprikt, maar het eindoordeel was onverbiddelijk: viel niet meer te redden. Of ik afscheid wilde nemen en een nieuwe uitzoeken. Achter me hoorde ik Mo, die het ook moeilijk had.
‘Nee Sjaak, je hoeft níét alle aanbiedingen voor de blu-rays door te geven. Nee, ik hou niet van Star Trek. Of van Star Wars. Ja, ik weet wat het verschil is. Nee, leg het alsjeblieft niet voor de zekerheid toch maar even uit. Sjaak, zou het misschien een idee zijn als je erop let dat de winkel niet wordt leeg gejat terwijl jij het assortiment doorneemt? Bedankt alvast.’
Op de tweede verdieping, op zoek naar een nieuwe koptelefoon, kwam ik Sjaak opnieuw tegen. ‘Hallo? H-hallo? Volgens mij werkt dit niet – wacht, ik loop even naar de wasmachines. Hallo?’
Bij de klantenservice zat Mo, hoofdschuddend te sippen aan een kop koffie. Zijn oortje bungelde mistroostig langs zijn nek. Het ging nog een lange dag worden.