
Het invullen van de belastingaangifte is op zichzelf al erg genoeg, maar ik moet me ook door alle aanvullende vragen voor zzp’ers heen worstelen, waarin de meest vreemde dingen gevraagd worden.
Het is hier van belang om te vermelden dat ik nauwelijks economie heb gehad op de middelbare school. De aangestelde docenten waren overspannen, met zwangerschapsverlof, namen na korte tijd ontslag, of combineerden de mogelijkheden. Na twee jaar met pak ‘m beet tien lesuren kwam ik tot de conclusie dat het waarschijnlijk beter was voor alle betrokkenen als ik het vak maar gewoon liet vallen.
Het gevolg is dat ik nu met lichte wanhoop blijf staren naar uiterst onduidelijke belastingtermen in de hoop dat als ik er maar lang genoeg naar kijk me vanzelf duidelijk wordt wat ze precies van me willen weten. Daarnaast is een van de vervelende bijwerkingen van de vragen van de Belastingdienst dat ik altijd aan mezelf ga twijfelen. Een voorbeeld: “Bent u deelvisser?” Daar overvalt de Belastingdienst me een beetje mee. Een paar vragen daarvoor had ik nog ingevuld dat ik tekstschrijver ben, dus ik vermoed van niet. Toch blijft de Belastingdienst terugkomen op dat vissen. Of ik dan tonijn vis. Ben ik misschien in het bezit van een visserij? Per vraag word ik onzekerder. Of ik een visvergunning heb – maar nog voor ik op ‘nee’ kan klikken verschijnt er een nogal passief-agressief bericht in beeld: “U heeft geen recht op deze vergunning.”
Of ik dan recht had op een visserijsubsidie. Persoonlijk vind ik dat ik te allen tijde recht heb op subsidie, dus ik klik voor meer informatie. “Deze subsidie is met ingang van 2016 afgeschaft.” De nare gedachte komt op dat dit strikvragen zouden kunnen zijn. Misschien wordt bijgehouden hoe lang het duurt voor ik een vraag beantwoord. Met het angstzweet op m’n rug druk ik uiteindelijk uren later op ‘ondertekenen en verzenden’. Komend jaar zo ver mogelijk uit de buurt blijven van hengels een aanverwanten, voor de zekerheid.